Processiebaldakijn

Hoewel processiemateriaal in strikte zin geen onderdeel uitmaakt van de aankleding van het kerkgebouw, kadert het mee in de context van de contrareformatie, waarbij religieuze herdenkingen ware feestgebeurtenissen zijn, vaak met aankledingen van het stadsaanzicht en met praalwagens die vaak niet moesten onderdoen voor wereldlijke gebeurtenissen als de blijde intredes van de machthebbers.

Het houten processiebaldakijn werd voor de Sint-Bertinuskerk gemaakt in 1755 door Christaen Titeca uit Ieper. De vergulding gebeurde door Pieter Verstimme en de bekleding door textiel door J. Van Houtte, die ook de blauwe toile lustre (dus voor de bekleding van de hemel) leverde. Goudgaas en velours werden geleverd door Jean Baptiste Michel. Naast de diverse betalingen bevatten de kerkarchieven ook een uitgebreid register van alle parochianen, die giften deden voor dit baldakijn.

In weinig andere streken is een dergelijke collectie van rijk versierde 18de-eeuwse priesterbaldakijnen bewaard.

We noteren hier ook nog: het baldakijn van de Sint-Martinuskerk te Haringe uit 1769 en het baldakijn van de Sint-Bavokerk te Watou uit 1745.

De 18de-eeuwse processiebaldakijnen zijn materiële getuigen van de rijke 18de-eeuwse processies in het Poperingse, die ook in verband kunnen gebracht worden met de jaarlijkse processie van het miraculeus beeld van Sint-Jan (1480). Voor het eeuwfeest in 1779 kreeg de processie extra praal met de inzet van 7 praalwagens, zoals nog gekend van een eigentijdse publicatie.

Bron: VANHOVE Dries en PAPIN Kristof, “De Sint-Bertinuskerk van Poperinge – een geschiedenis van bouwen en restaureren”